Triathlonvoeding door de jaren
Voeding in de triathlonsport is een domein waarin veel kennis te halen valt. Met tabellen, weegschalen en lijsten van ingrediënten en gestaafd door stapels wetenschappelijk onderzoek kun je je anno 2020 helemaal uitleven. Maar hoe ging dat eigenlijk in het jaar kruik? Wat deden de jongens en meiden van de gestampte pot als ze een (hele) triathlon gingen doen?
Tegenwoordig weten we precies hoeveel gram koolhydraten we per uur binnen moeten krijgen. We kunnen uitgebreide zweetanalyses doen en op de milligram bepalen hoeveel natrium we moeten aanvullen. We gebruiken massaal cafeïne en bietensap om onze prestaties te verbeteren en halen het niet in ons hoofd om tijdens een hele triathlon alleen water te drinken.
Maar alles wat we nu weten over eten en drinken tijdens een triathlon is relatief ‘nieuw’. De voedingswetenschap beweegt met ongekende snelheid en elke dag komen er nieuwe studies naar buiten die laten zien hoe het nóg beter en sneller kan door voedingsmiddel X, supplement Y of unieke combinatie van X en Y. Transition nam een duik in de geschiedenis en laat je zien hoe we het ‘vroeger’ deden.
Triathlon Almere
Dichtbij huis kunnen we de geschiedenis induiken. De triathlon van Almere is na Hawaii de oudste langeafstandstriathlon van de wereld. Wat we nu kennen als de Challenge Almere-Amsterdam is in 36 jaar uitgegroeid tot de grootste triathlon van Nederland. In 2019 stonden er maar liefst 3.700 deelnemers aan de start over de verschillende afstanden met 55 nationaliteiten. Hoe anders was het in 1983 als 191 mannen en één enkele vrouw, Conny van Diest, aan de start verschijnen om – zonder wetsuit – het Gooimeer in te duiken. 136 deelnemers weten dat jaar de finish te bereiken. Winnaar in 9.58.27 was Axel Koenders, gevolgd door Gregor Stam (10.12.39) en de Amerikaan Kurt Madden (10.20.09). Van Diest eindigt tussen de mannen als 81e.
“Mijn moeder kon goed koken en heeft nog speciaal een soort cursus gedaan: ‘gezond eten voor sportieve mensen'.”
Rik van TrigtTransition vroeg huidig bondscoach Rik van Trigt naar zijn voeding in de jaren ‘80 en ‘90. Van Trigt behaalde maar liefst driemaal een bronzen medaille in Almere: voor het eerst in 1990 en daarna nogmaals in 1992 en 1993 met een snelste tijd 8.19.21. Van Trigt kreeg van huis uit een goede basis mee: “Mijn moeder kon goed koken en heeft nog speciaal een soort cursus gedaan: ‘gezond eten voor sportieve mensen’. Het kwam erop neer dat je de schijf van vijf at met veel variatie.”
Aardappelen
Deze schijf van vijf bestond in 1981 overigens uit een ‘Maaltijdschijf’ die niet vijf, maar vier vakken toonde, gemaakt door ‘het Voorlichtingsbureau voor de Voeding’. De nadruk lag op plantaardige producten en koolhydraten uit aardappelen, volkoren brood en peulvruchten. Voor eiwitten en vetten (voornamelijk boter) was weinig ruimte. Vanaf 1991 werd de Voedingswijzer geïntroduceerd. Gevarieerd eten, matig met vet en zuinig met zout waren de belangrijkste adviezen.
Vanaf 1987 werd de semi-professionele atleet Van Trigt gesponsord door Extran (toen nog onderdeel van Nutricia). Die leverde kleine flesjes sportvoeding van 200 ml in twee smaken. “Tijdens trainingen en wedstrijden nam ik elke 60 minuten zo’n flesje en iedere 20 minuten een dorstlesser, ook van Extran natuurlijk. Ik nam overigens niet de citroensmaak, daar moest ik van overgeven. We kregen ook hulp van een diëtiste van Nutricia die ons de goede kant op leidde. Maar die voeding gaf ons wel veel te weinig vet en eiwit. Een interventie van een sportarts bracht daar vanaf 1991 verandering in.”
"Macaroni en spaghetti met heel weinig rode saus. Het gebeurde weleens dat het je de strot uitkwam en dan smaakten gekookte aardappelen met een biefstukje ook prima."
Rik van TrigtKoolhydraten stapelen
Tegenwoordig weten we dat je met één dag koolhydraten stapelen voldoende glycogeen kunt opbouwen. In de jaren ‘80 en ‘90 werd er nog volop geëxperimenteerd met de depletie-methode. Ook Van Trigt paste dit toe bij zijn belangrijke wedstrijden. In de laatste week voor de wedstrijd trainde de triatleet nog flink door. Maandag, dinsdag en woensdag halveerde hij de koolhydraatinname en voegde hij extra eiwitten toe. In de laatste drie dagen at hij vervolgens extra koolhydraten. “Macaroni en spaghetti met heel weinig rode saus. Het gebeurde weleens dat het je de strot uitkwam en dan smaakten gekookte aardappelen met een biefstukje ook prima. Ik deed deze depletie-trucs maximaal drie keer per jaar, het eten moest tenslotte wel leuk en lekker blijven.”
Eerst nog medicijn
Sportvoeding zoals we dat nu kennen is in Europa relatief nieuw. In 1977 produceerde het Zwitserse bedrijf Wander de eerste isotone sportdrank: Isostar. Het Duitse Dextro Energy bestond al langer maar werd in de eerste paar jaar vooral gezien als medicinaal product, verkrijgbaar bij de apotheek, op recept. Het heette toen Dextrose Purum of voedingssuiker wat later werd veranderd in Dextropur. In de jaren ‘30 wordt het middel door artsen voorgeschreven als ‘versterkend middel’. In 1935 ontstaan de karakteristieke blokjes die, bij de Olympische spelen van 1936, gebruikt worden als officiele ‘championship nutrition’.
Advies van TNO
In 1987 kwam onderzoeksinstituut TNO met het boekje: Voeding en Sport. In het boekje, verkrijgbaar voor 8,50 gulden, werd uitgelegd wat koolhydraten, vetten en eiwitten zijn en wat voor belang mineralen en vitaminen hebben voor onze gezondheid. Dat goede voeding belangrijk is voor een goede sportprestatie werd duidelijk vermeld.
'Het wordt pas echt leuk als dat bosloopje een keer in een paar minuten minder kan worden gedaan. Daarvoor moet je trainen, maar ook verantwoord eten zou wel eens kunnen helpen.’
TNO‘Sport wordt voor steeds meer mensen een geliefde en nuttige vrijetijdsbesteding. We noemen dat trimmen of joggen. We gaan het roestproces te lijf. Het zijn met name deze sportmensen die wat bewuster zijn gaan kijken naar de samenstelling van hun voeding. Eenvoudig omdat ze bezig zijn met hun lichamelijk welzijn, maar vaak komt ook de prestatiedrang om de hoek kijken. Hoe recreatief men ook trimt, het wordt pas echt leuk als dat bosloopje een keer in een paar minuten minder kan worden gedaan. Daarvoor moet je trainen, maar ook verantwoord eten zou wel eens kunnen helpen.’
Chocolate chip cookies
Vaak werd gedacht dat de eerste triathlon gehouden werd in 1978 op het eiland Oahu. Echter, de eerste organisatie van Les Trois Sport vond waarschijnlijk al plaats in 1901 in Frankrijk: bestaande uit een loop-, een fiets- en een kano-onderdeel. Pas in 1921 werd het kano-onderdeel verruild voor zwemmen, toen nog als laatste deel van de race. De eerste zwem-fiets-loopwedstrijd zoals we die nu kennen liet nog ruim vijftig jaar op zich wachten en vond pas plaats in 1974 in San Diego. Zonder kennis van het bestaan van de Franse wedstrijden dachten de oprichters dat zij een uniek evenement hadden gecreëerd.
Het ontstaan van de eerste langeafstandstriathlon was vooral een manier om te achterhalen welke atleten het fitst waren: zwemmers, wielrenners of hardlopers. In 1978 vond de eerste langeafstandstriathlon plaats (inschrijfgeld $3) met slechts 15 deelnemers aan de start. Winnaar van deze eerste editie was de 28-jarige Gordon Haller met een eindtijd van 11:46:58. In 1981 werd de race verplaatst naar The Big Island en stonden er al 326 deelnemers aan de start. Het voedingsplan van Haller tijdens deze race was simpel. Hij at wanneer hij trek had: stukjes sinaasappel, chocolate chip koekjes, cola, water en een speciaal supplement ‘Body Ammo’ dat bedoeld was om je spieren te beschermen tegen spierschade. Er waren overigens geen aid stations. Atleten hadden een eigen support crew. De crew van Haller bestond uit een masseur, een kok en zelfs twee pacers.
De organisatie nam in deze pioniersjaren de verantwoordelijkheid om atleten te behoeden voor dehydratie. In de eerste paar jaar dat de Ironman werd gehouden werden van alle atleten voor de start en op specifieke punten tijdens de race het gewicht gemeten. Daalde het gewicht onder een bepaalde marge dan werd de atleet uit de race gehaald. Met de toename van het aantal deelnemers ontstond er een netwerk van aid stations op het parcours waar koekjes, bananen, sinaasappels, boterhammen met jam, sportdrank, cola en kippensoep werden aangeboden.
Het ptimaal dieet
Vetarm, koolhydraatrijk en niet te veel (dierlijk) eiwit, dat waren de richtlijnen voor duursporters in de jaren ‘80. Eiwit had, zeker voor duursporters, niet zo’n nadrukkelijke ruimte in het dieet. Voor duursporters was de richtlijn om dagelijks 0.5 tot 0.64 gram eiwit te eten per kilogram lichaamsgewicht. Koolhydraten, ook snelle suikers, waren dé brandstof. De benodigde hoeveelheid koolhydraten werd overigens uitgedrukt in een percentage van het dieet (55-65%) in plaats van een hoeveelheid per kilogram lichaamsgewicht of, tijdens inspanning, een hoeveelheid per uur, zoals tegenwoordig. Het advies met betrekking tot vet was duidelijk: het volgen van een dieet hoog in koolhydraten en laag in vet was niet alleen beter voor de prestatie, maar zou ook het risico op hart- en vaatziekten, obesitas, diabetes en sommige vormen van kanker verminderen.
Van omega-3 vetzuren en probiotica hadden de meeste sporters nog niet gehoord, net zo min als van vitamine D of het nemen van extra magnesium. De inname van extra vitamine C en de B-vitaminen werd juist wel als essentieel gezien. De in Meppel geboren Canadese wetenschapper Arend Bonen liet in 1990 nog optekenen: ‘Eiwitten vormen een onbetekenende energiebron en zijn niet in grote hoeveelheden nodig. (…) Een dieet met voldoende koolhydraten en vitamine B is daarom aan te raden.’ Het gebruik van cafeïne, zoals we nu kennen in gels, sportdrank of winegums was in de jaren ‘80 en ‘90 overigens niet vanzelfsprekend. Cafeïne was tussen 1984 en 2004 verboden in hoge concentraties (meer dan 1200 mg, ongeveer de hoeveelheid in 10 koppen koffie), maar werd in 2004 van de dopinglijst gehaald.
Eerste bewegingsmeter
Dacht je dat het gebruik van een stappenteller heel modern is? Dan heb je het mis. Al in 1979 kwam de jeugdarts J.C. Groenewegen met een zogenaamde kinetograaf. Dit kleine apparaatje, lijkend op een horloge, werd om het bovenbeen gedragen en kon bewegingen als fietsen, lopen en zelfs zwemmen meten. Groenewegen gebruikte het apparaatje om te onderzoeken of slankere kinderen meer bewogen. Volgens de arts was het apparaatje ook uitermate geschikt voor ‘trimmers en afslankers, die hun eigen bewegings-streeftal willen bepalen en dat ook daadwerkelijk kunnen controleren’.
Calorieën
Tegenwoordig vliegen de gezondheidsclaims je om de oren en worden we doodgegooid met high protein drankjes, repen en chips. De termen glutenvrij, light en vetarm staan dik gedrukt op menig voedingsmiddel. Toch is deze informatie relatief nieuw. Tot 1960 was de gemiddelde Nederlander zich niet bewust van het bestaan van calorieën. Op de Huishoudbeurs in 1974 richtte magazine Margriet een deel van de hal in met als thema: ‘fit met Margriet’. Daar konden bezoekers zien hoeveel calorieën een appel of een saucijzenbroodje bevatte. Het was onbekend dat vloeibare voeding als melk of bier ook bijdroegen aan de energie-inname. Pas na die tijd vond je op producten: ‘laag in vet’, ‘laag in energie’, ‘zoutarm’ of ‘zonder cafeïne’.
Een aantal jaar later kreeg het begrip energieverbruik ook in de sport meer bekendheid. Zo vermeldde de Leidse Courant op 18 mei 1984: ‘Bij tien uur triathlon verbruikt het lichaam 10.000 kcal energie, gelijkstaand aan een verbranding van elf kilo bananen of vijf grote broden.’ Dezelfde krant bericht in augustus 1989 over het nieuwe Europese record van de Nederlandse Irma Zwartkruis (9u22,44). Zwartkruis zou het record hebben gevestigd, ondanks verkeerde voeding.
Het krantenartikel vermeldde: “Na het zwemmen werd ik ziek. Tijdens het fietsen vroeg ik me af of ik wel moest doorgaan. Ik kreeg last van mijn darmen. Ik heb wel tien keer de bosjes in moeten gaan. (…) Ik denk dat we de sportdranken verkeerd hebben samengesteld. Er zat te weinig water in. Het was warmer dan verwacht, dus we raakten veel vocht kwijt. Daardoor konden de suikers niet goed opnemen.”
Bronnen:
- Practical Sports Nutrition – Human Kinetics Publishers – Louise Burke – 2007
- Leidse Courant – 28 augustus 1984
- Nieuwe Leidsche Courant – 16 juni 1979
- Programma ‘Andere tijden’, afl. Lijnen (www.anderetijden.nl/programma/1/Andere-Tijden/aflevering/441/Lijnen)
- Voeding en sport: vragen en antwoorden op een rij gezet door TNO – Friese Pers Boekerij bv Drachten/Leeuwarden – Henk Hage – 1987
Dit artikel verscheen in Transition Magazine #25
Miriam van Reijen
Voedingsdeskundige van Transition. Schrijft verhalen over alles wat met triathlon en voeding te maken heeft.
Nog niet
ingeschreven?
De redactie van Transition houdt jou graag op de hoogte van nieuwe artikelen, tips van onze Makers en sneak previews van nieuwe edities van het online magazine.
Deel dit artikel