Avontuur

Een uitstapje van 170 kilometer

Leestijd: 7 min

Trailrunning is al een paar jaar hip & happening in Nederland en daarbuiten al langer. En zoals dat met duursporten tegenwoordig gaat, kun je het beleven van kort maar krachtig tot ultra en extreem. Transition verkent het traillandschap voor je.

Lang gold de triathlon als iets magisch en de ironman als iets dat larger than life was. Hoewel dat voor heel veel, of waarschijnlijk de meeste mensen, nog steeds zo is, heeft de hemel zich langzaam gedraaid. Kom je op een verjaardag, is je buurman net terug uit Hawaii en traint je tante voor haar eerste olympische afstand. Als je nog wilt opvallen, moet het dan nog verder, nog extremer of nog langer?

Wie lopen leuk vindt en eens een (flink) uitstapje wil maken, kan zich inschrijven voor een trail. Trailrunning is al een paar jaar hip & happening in Nederland en daarbuiten al langer. Zelfs de vele, op sterven na dode, boslopen leven weer op door er het etiket ‘trail’ op te plakken. Het organiseren van een ‘echte’ trailrun in ons mooie, maar nagenoeg vlakke land is geen eitje. Trail betekent letterlijk pad. En paden hebben we genoeg in Nederland. Maar de definitie van trailrunning is niet ‘rennen over paden’. Niet per se, althans. Vaak voeren de routes juist over plaatsen waar je uiteindelijk zou wíllen dat er een pad was, zodat je heel even niet door de struiken/over scherpe rotsen/door de enkeldiepe zomp hoeft te klauwen. Of dat je gewoon op je voeten kunt afdalen, in plaats van op je achterwerk (dan snap je ook meteen waarom trailrunners vaak iets langere, wat stevigere shorts dragen).

Miriam van Reijen, triatlete en duatlete, gaat in haar off-season de Hollandse paadjes op. “De triathlons vinden vooral in de zomer plaats; dit is een goed moment om eens iets anders te doen dan op de weg te lopen. Ik zie de trails als iets hardere duurlopen op terrein waarin je meer kracht ontwikkelt. Zoiets doe ik net iets makkelijker in een race dan in mijn eentje”, legt ze uit. Ze vindt de sfeer bij de trails relaxt. “In wegwedstrijden staat iedereen te dringen om vooraan te starten; bij de trails die ik liep wilde juist niemand vooraan staan.”


In wegwedstrijden staat iedereen te dringen om vooraan te starten; bij de trails die ik liep wilde juist niemand vooraan staan.

Miriam van Reijen


KALENDER

In Nederland zijn heel veel boslopen slash trailruns, en een paar echt uitdagende routes die uitgezet zijn door lopers die zelf veel ervaring in het buitenland hebben opgedaan. Het mooie van die verschillen is dat er wat trailrunning betreft, redelijk veel aanbod is. Dus wie een trail wil proberen, hoeft maar op de kalender te kijken en de trailschoenen aan te trekken. Zelfs in Nederland is er een aantal evenementen dat maanden van tevoren al uitverkocht is, maar voor de meeste runs kun je vaak nog wel aan een startbewijs komen.

 

In het buitenland daarentegen is het een ander verhaal. Daar voeren de routes vaak over en om hoge bergen en heb je te maken met heel andere omstandigheden. In Nederland is het warm, koud, droog of nat. In de bergen kan het weer veel extremer zijn, zeker als het gaat stormen of onweren. Een overlevingsdeken en een werkende telefoon zijn daar absoluut verplicht in de rugzak.

 

Pardon, rugzak? Jazeker. De meeste trails zijn semi-zelfvoorzienend, of althans: er staat niet elke vijf kilometer een drankpost vol bekers water. Vaak is er best veel te krijgen op de verzorgingsposten, maar daar kan soms wel tien kilometer tussen zitten. Of meer. En met een bergtop erin duurt tien kilometer soms wel even. Dus ja, een rugzak ofwel racevest is een aanrader in het buitenland, of als je in Nederland een langere route loopt. Op de posten gebruik je meestal je eigen opvouwbare drinkbeker en kun je je verder vaak tegoed doen aan winegums, cake, cola, fruit, chips en nog veel meer dingen die je normaal alleen off-season thuis op de bank zou eten. Heerlijk.

 

Beginnende trailrunners kunnen ook best in de bergen lopen; ook daar zijn afstanden te vinden van bijvoorbeeld 10 tot 20 kilometer. Maar de meeste trails zijn langer, soms 42 kilometer, heel vaak 50 mijl en ook akelig vaak 100 mijl –of langer. Met duizenden hoogtemeters. De lopers zijn vaak dag en nacht onderweg, hun hoofdlampjes blikkerend in het duistere gebergte. Aan de start staan van zo’n avontuur is groots en zeker niet vanzelfsprekend – finishen is dat evenmin. Een bekende 100 mijler is de Ultra Trail du Mont Blanc (UTMB). De route neemt je zo’n 170 kilometer mee door de Alpen. Soms bij een prachtige zonsopgang, soms bij nacht en ontij. Op de plaatjes ziet alles er gelikt uit, maar vergis je niet: dit is voor die hards. En het toeval wil dat als je hele triathlons doet, je al een die hard bent. En dat een uitstapje naar de ultratrail misschien helemaal niet zo gek is.

Foto door: Barbara Kerkhof

GESCHIKT

Ultra-atleet en fysiotherapeut Thomas Dunkerbeck vindt zelfs dat triatleten bij uitstek heel geschikt zijn voor een ultra in de bergen. Vanuit het mountainbiken rolde hij in 2009 door naar ultralopen. Inmiddels heeft hij zo’n twaalf keer 100 mijl en verder gelopen, in ‘hoe-extremer-hoe-liever’-terrein. Het liefst loopt hij daar waar anderen het alpinisme noemen. “Op het randje, daar ben ik het liefst”, zegt hij. Maar zo extreem hoeft het niet te zijn, vindt hij. Dit is wat hem past, maar zeker niet wat iedereen zou moeten willen, want niet zonder gevaar. “Wie een goede Ironman kan doen, is een ster in het omgaan met tijd. Om drie sporten goed te kunnen beoefenen, moet je efficiënt kunnen trainen. Het lichaam is ook al gewend aan de klappen opvangen tijdens een marathon op asfalt; met de uitstekende rompstabiliteit van het zwemmen ben je dan per definitie al klaar voor de ultra”, vindt hij. “Een stadsmarathon is een grotere aanslag op je spieren dan een bergtrail van 50 kilometer.”

Een stadsmarathon is een grotere aanslag op je spieren dan een bergtrail van 50 kilometer.

Thomas Dunkerbeck

De opvatting dat trailrunning per definitie een niet-competitieve sport is, deelt niet iedereen – en Dunkerbeck al helemaal niet. “Natuurlijk kijkt een groot deel van de lopers naar de vogeltjes en dat moeten ze vooral doen. Maar voorin de race gaat het wel degelijk om de winst. Dat is in een Ironman niet anders; de massa is blij dat hij meedoet en ook nog het einde haalt, maar de elite is met iets heel anders bezig: strijd. In tegenstelling tot de ultratrail staan de afstanden in de triathlonsport vast en zijn de tijden vergelijkbaar, maar bij beide sporten gaat het om die interne drive; je houdt continu dat tempo vast omdat je het zelf graag wilt. En ver achter die keiharde strijd lopen mensen die gewoon genieten van de beleving op zich, en dat is prima”, vindt de Nijmeegse atleet. “Het idee dat dit geen wedstrijdsport is, vind ik zeer ergerlijk. Mensen hebben er soms een vooroordeel over omdat ze de sport niet goed kennen of er zelf niet goed in zijn.” Ook Van Reijen doet niet mee ‘voor de lol’. Of althans niet alleen maar voor de lol. “Ik hoef niet te winnen, maar ik loop zeker niet op mijn dooie akkertje. Genieten zit voor mij niet in rustig om me heen kijken.”


Foto door: Barbara Kerkhof

Gewoon lopen

Trailrunning kan elke triatleet gewoon gaan doen, volgens Dunkerbeck. “Tot voorbij de Ardennen is het gewoon lopen”, zegt hij laconiek. “Je hebt er niets voor nodig; je moet het gewoon dóen. Techniek is pas nodig op het moment dat het skyrunning wordt over een technisch (lees: met handen en voeten) parcours. Natuurlijk gaat er wel eens iemand door zijn enkel. Maar hoeveel fietsers breken hun sleutelbeen niet?” Het kan dus allemaal tamelijk extreem en ook zelfs heel extreem. De Tor des Geants is met 330 kilometer en 24.000 hoogtemeters niet eens de langste race ter wereld. De Marathon des Sables, een etappe-race van ruim 250 kilometer door de Sahara, is ook al eens gedaan. Moet het dan nog verder of nog gekker? Het mag. Maar gelukkig hóeft het niet. De truc is om te kiezen in welke race je goed wilt zijn. Daar zo sterk mogelijk aan de start te staan. En uiteindelijk trots zijn omdat je alles uit jezelf hebt gehaald, vóór jezelf. Of het nou de Schoorlse Duinentrail is of de UTMB: het is absoluut een reden om te proosten op die verjaardag van je sporty tante.


 

Dit artikel komt uit Transition Magazine #18.

Deel dit artikel


Nog niet
ingeschreven?

De redactie van Transition houdt jou graag op de hoogte van nieuwe artikelen, tips van onze Makers en sneak previews van nieuwe edities van het online magazine.