Lifestyle

‘Klaar zijn voor als het weer kan’

Leestijd: 8 min

Ze zijn gretig én (weer) in topvorm, triathlontalenten Joey (20) en Kim (19) van ’t Verlaat. Normaal gesproken zouden broer en zus deze periode van wedstrijd naar wedstrijd vliegen, maar de wereldwijde coronapandemie houdt ze voorlopig vooral thuis. Hoe vergaat het de twee in deze onzekere periode? Is het moeilijk om gemotiveerd te blijven? En hoe zien ze de toekomst?

 

Joey – student commerciële economie – woont sinds vorig jaar in een studio op Watersley bij het Nationaal Triathlon Trainingscentrum (NTC) in Sittard, Kim volgt een opleiding journalistiek en verhuist in september van het ouderlijk huis in Spijkenisse naar het NTC. Afgelopen periode hebben ze veel samen getraind. Vooral Kim heeft moeite om over te schakelen naar de zogenaamde liefhebbermodus. “Ik mis het wereldje. En de honger in racen is groot. Ik mis zelfs de zenuwen voor een wedstrijd.”



Samen met zo’n dertig andere triatleten vertrokken jullie op woensdag 4 maart naar Mallorca voor een trainingsstage. In die week ging Spanje op slot, maar ook in Nederland nam de coronapaniek met de dag toe. Hoe hebben jullie die week ervaren?

Joey: “Het was een bizarre week. Ons hotel ging na één dag al dicht, omdat het volgens de eigenaar niet langer rendabel was open te blijven. We waren op dat moment de enigen die er in zaten. Na die eerste nacht zijn we overgeplaatst naar een ander hotel. We hebben nog een paar dagen prima kunnen trainen op het eiland. Corona was zeker een gespreksonderwerp, maar nog een beetje een ver-van-ons-bedshow. Ineens sloeg het om, zo gek. Die zaterdag werd bekendgemaakt dat Spanje, dus ook Mallorca, op maandag op slot zou gaan. Daar ging onze trainingsstage. Om de trip toch nog mooi af te sluiten, stond die zondag een lange duurrit op het programma. Maar dat feest ging mooi niet door.”

Kim: “Ik zat aan het ontbijt in het hotel toen trainer Sander Berk aan kwam lopen. Hij zei dat we ons trainingscomplex niet meer mochten verlaten, dat de lockdown al was ingegaan. Daar ging ons laatste fietstochtje. En ik wilde ‘s avonds zo graag nog even naar zee om naar de zonsondergang te kijken. Zelfs dat mocht niet meer: het straatverbod was per direct ingegaan. We mochten alleen in kleine groepjes naar de supermarkt, maar dat voelde zo gek. De politie stond overal. Alsof je iets illegaals deed. We waren dus op ons hotel aangewezen. Sommigen liepen rondjes van zestig meter om het zwembad, verder hebben we verstoppertje gespeeld: er waren toch geen andere mensen. Ik heb nog nooit een hotel in zo’n korte periode van binnen en buiten leren kennen.”

Terug in Nederland werd de ene na de andere wedstrijd gecanceld, trainen in groepsverband mocht niet meer. Om stikchagrijnig van te worden, toch?

Kim: “De wedstrijden in de eredivisie werden afgelast, net als de races in het Junioren Circuit en de ETU junior cups. Ook het WK in Canada gaat niet meer door. Ik had me al gekwalificeerd voor het WK cross triathlon en duathlon op de weg, maar die gaan ook niet meer door. Ja, voor mij voelde het als tegenslag op tegenslag. Ik lette even wat minder op eten, bij tegenslagen pakte ik soms een extra handje chips. Uiteindelijk maakte het voor de vorm niet heel erg uit. Het leek in elk geval even alsof ik de frustratie weg kon eten. Ik baalde.”
“Ik was zó fit en klaar voor het wedstrijdseizoen”, vervolgt Kim.” 2020 is, of was, mijn laatste jaar als junior. Ik wilde graag vlammen op het NK, EK en WK. En wéér kreeg ik een mailtje of appje dat een race niet doorging. Ik werd er zelfs een beetje laks van. Ik dacht: laat de training van vanmiddag maar zitten, ik blijf liever op de bank liggen. Gelukkig was Joey in Spijkenisse: hij kon toch niks in Sittard. Hij nam me op sleeptouw. We hebben heel veel gefietst. En ik heb me gestort op mijn studie journalistiek. Dat ging onwijs goed: ik heb uiteindelijk 54 van de 60 studiepunten gehaald, veel meer dan ik had gedacht.”
Joey: “Mijn situatie was iets anders dan die van Kim. Ik ben in januari geblesseerd geraakt aan mijn bovenbeen. Ik deed mee aan de Annendaalloop, mijn allereerste halve marathon. De wedstrijd ging op zich goed: 1.13.26, goed voor de vijfde plek. Vlak daarna bleek een  bovenbeenspier overbelast te zijn, ik ging er zelfs een beetje scheef van lopen. Ik moest herstellen, wedstrijden kon ik sowieso een tijdje niet doen. Ik ben meegegaan naar Mallorca, maar die trip stond voor mij vooral in het teken van herstel. Zwemmen en fietsen gingen goed, maar lopen moest ik echt weer opbouwen. Na Mallorca ben ik gelijk doorgegaan naar Spijkenisse, mijn ouders haalden me op van Schiphol. Wat moest ik in Sittard?”

 

“Ik mis het wereldje. En de honger in racen is groot. Ik mis zelfs de zenuwen voor een wedstrijd.”

Kim

Hoe blijf je in deze periode van onzekerheid gemotiveerd? Zien de trainingen er anders uit?

Kim: “Het was goed dat Joey naar Spijkenisse kwam, die is 24/7 met triathlon bezig en wist me aardig te motiveren. We hebben veel lange duurritten gemaakt, soms zaten er tochtjes bij van meer dan 150 kilometer. Dat was in het begin even wennen, want in een normale week rijd ik nooit zulke afstanden. Een keer kreeg ik hongerklop, na 150 kilometer fietsen. En we moesten er nog 30. In mijn eentje was dat nooit gelukt, maar gelukkig had ik Joey bij me. Hij is dan toch een soort wederhelft van mij.”

Joey: “Het kost me geen moeite om plezier te houden in trainen. Hoewel het fijn was om Kim in de buurt te hebben. Ik kreeg hele leuke trainingsopdrachten van mijn trainer: hij had allerlei plaatsnamen aan het schema toegevoegd. Ik moest bijvoorbeeld naar Werkendam, Moerdijk of Renesse fietsen, plaatsen waar ik anders nooit kom. Normaal rijd ik hier een rondje van 90 à 95 kilometer door de polder, nu moest ik meer kilometers maken. Wanneer ik niet met Kim reed, luisterde ik onderweg vooral naar podcasts. Welke? Vooral Live Slow Ride Fast van Laurens ten Dam en In het Wiel vind ik leuk, maar ik heb ook geluisterd naar Susan Krumins en de Feyenoord-podcast. Ik heb heel veel fietskilometers gemaakt, maar hardlopen en zwemmen gaat nu ook weer goed. Van mijn blessure heb ik geen last meer. Ik voel me weer topfit.”



Ineens hadden jullie een zwembadje in de tuin….

Joey: “Ach ja, dat zwembad… Hij is 3 bij 2 meter. Lig je daar, met een elastiek om je middel. Ik vond er niet zo veel aan eerlijk gezegd. Het was koud en ik begin me al snel te vervelen. Na een minuut of 25 was ik er weer klaar mee. Kim heeft het iets langer volgehouden. Gelukkig trainen we alweer een tijdje in een echt zwembad, dat ligt me beter.”

Kim: “Ik hield het iets langer vol dan Joey: ik had een wetsuit aan, hij niet altijd. Tja, dan krijg je het snel koud. Het is fijn om weer serieuze baantjes te kunnen trekken. Al was de eerste keer een gekke gewaarwording: de eerste 100 meter ging heel erg goed, maar daarna voelden mijn armen aan als satéprikkers. Slap dus, alsof je nauwelijks water weg kan duwen. Na anderhalve maand was ik gelukkig weer op het oude niveau.”

"En wéér kreeg ik een mailtje of appje dat een race niet doorging. Ik werd er zelfs een beetje laks van. Ik dacht: laat de training van vanmiddag maar zitten, ik blijf liever op de bank liggen. Gelukkig was Joey in Spijkenisse: hij nam me op sleeptouw."

Kim

Wat missen jullie het meest? Enig idee hoe de rest van het seizoen er uit ziet?

Kim: “Ik mis de wedstrijden, ik mis het samenzijn met andere triatleten. Ik mis zelfs de zenuwen die ik normaal gesproken heb voor een wedstrijd. Via onder meer social media heb ik veel contact met andere triatleten, ook uit het buitenland. Gedeelde smart is halve smart, want we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Als er niks geks gebeurt, heb ik 25 juli een kwalificatiewedstrijd voor het EK in Estland, eind augustus. Eindelijk. Ook staat nog het EK cross triathlon in Roemenië op het programma. Ik zie het maar als een hele late seizoenstart. Elke race die we kunnen doen, is meegenomen.”
Joey: “Ik doe mee in de Duitse Bundesliga. Eind juni had ik mijn eerste Zwift-race, als alternatief voor de wegwedstrijd. Binnenkort hebben we een swimrun, de resultaten worden bij elkaar opgeteld. Ik doe liever echte triathlons. Ik mis de sfeer van Duitse wedstrijden, het Duitse publiek is echt geweldig. Vorig jaar had ik een wedstrijd in Berlijn, met de finish bij het Olympisch Stadion. Daar stond een tribune met ik weet niet hoeveel mensen. Dat was echt gaaf.”
“Het is voor mij ook nog onduidelijk hoe de rest van het seizoen er uit ziet”, vervolgt Joey. “Ik ben erg benieuwd ook hoe ze wedstrijden gaan organiseren. Gaan we met zestig man tegelijk het water in? Wat zijn de risico’s? Stel, iemand blijkt na een race besmet te zijn met het coronavirus… Moet iedereen dan in quarantaine? Ook zullen de regels per land verschillen. We blijven sowieso lekker doortrainen. Ik zit intussen weer in Sittard en Kim komt in september ook deze kant op. Mochten we straks ergens kunnen starten, dan wil ik er klaar voor zijn. En Kim ook, dat hoef je haar niet eens te vragen.”

 


 

Dit artikel is onderdeel van de special Nieuwe Wereld   

Deel dit artikel


Jeroen Kreule

Schrijft achtergrondverhalen, doet interviews en verzorgt trainingstips voor Transition

Nog niet
ingeschreven?

De redactie van Transition houdt jou graag op de hoogte van nieuwe artikelen, tips van onze Makers en sneak previews van nieuwe edities van het online magazine.