Het jaar
van
Menno
Koolhaas
Menno Koolhaas beleefde in 2024 met zijn vijfde plek op het WK Ironman op Hawaii zijn internationale doorbraak. Aan het einde van het jaar, waarin hij ook Nederlands kampioen op de standaard afstand werd, kijken we met hem terug op een bijzonder seizoen.
Menno Koolhaas (29) vierde dit seizoen zijn twintigjarige jubileum als triatleet. Hij ontdekte de triathlonsport toen hij samen met zijn vader de Ironman op Hawaii op televisie volgde. Het was de tijd dat de Duitsers Norman Stadler en Faris Al-Sultan het wedstrijdbeeld domineerden. “Ik was negen jaar oud toen ik de beelden van Hawaii zag en ze maakten flinke indruk”, vertelt Menno.
“Wat ik me het beste kan herinneren, is dat het me heel zwaar leek. Ook was ik onder de indruk van al die mensen langs de kant en ik vond het mooi om te zien dat de atleten zo uitbundig over de finish kwamen. Het sprak mij zo aan, dat ik net als mijn vader lid ben geworden van het Multi Triathlon Team in Aalsmeer, ook wel bekend als de paarse brigade waar toppers als Sander Berk en Casper van der Burgh van deel uitmaakten. Jeugdafdelingen waren er nauwelijks in de tijd en ik heb echt geluk gehad dat het team, tegenwoordig Oceanus Triathlon Team, ook een jongerentak had waar ik terecht kon.”
In zijn eerste wedstrijd, het NK in Oud Gastel, eindigde hij meteen als tweede, maar hij bleef de triathlonsport tot zijn veertiende combineren met voetbal. “Op mijn veertiende, vijftiende werd het al wel wat serieuzer en op mijn zeventiende ging ik meetrainen op het nationaal trainingscentrum in Sittard. Eerst om het weekeinde, maar al snel ben ik vanuit Amstelveen naar Sittard verhuisd om daar fulltime te trainen.”
Vanuit Sittard hoopte hij zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen in Parijs. “Nadat Marco van der Stel na Tokio stopte, was het de bedoeling dat ik zijn plek in de mixed teamrelay over zou gaan nemen. Alleen raakten we in 2021, na de uitkomsten van het onderzoek naar de sociale veiligheid binnen het NTC, in een turbulente tijd terecht. In die periode dat het bestuur opstapte en de technische staf en directie werd vervangen, kwam ik in het luchtledige terecht. Ik wilde graag snel duidelijkheid over mijn toekomst en dat van het programma in Sittard. Maar die duidelijk kwam er maar niet, waardoor ik uiteindelijk besloot te stoppen met de korte afstand.”
Wel wilde hij, voordat hij helemaal zou stoppen en een maatschappelijke carrière zou gaan opstarten, een keer de lange afstand proberen. “De droom om deel te nemen aan de Olympische Spelen was voorbij, wat ik echt ontzettend jammer vond, maar er was ook nog die wedstrijd op Hawaii. Ik besloot nog even door te trainen als een prof en schreef me in voor Ironman Frankfurt in 2022”, vervolgt Menno die nog steeds in Sittard woont en daar regelmatig meetraint met de atleten die deel uit maken van het NTC.
In Frankfurt eindige hij op het EK Ironman meteen als zevende en in datzelfde jaar dook hij in de Ironman Israel ook nog eens onder de acht uur in zijn tweede hele triathlon. “Dat was wel een kantelpunt”, vervolgt Menno. “Als Frankfurt slecht was gegaan, had het zomaar kunnen zijn dat ik helemaal gestopt was met triathlon. Nu was het de start van een mooie tweede carrière.”
In die tweede carrière lukte het hem wel om een ultieme droom in vervulling te brengen. In de Ironman Frankfurt dit jaar plaatste hij zich voor het WK Ironman op Hawaii. Al kwam zijn deelname nog wel even aan een zijden draadje te hangen. “Na de Ironman Frankfurt kreeg ik last van pijn in mijn scheenbeen. Ik heb rust genomen, maar de pijn ging niet weg. Ik heb zelfs een trainingskamp in Livigno, waar ik me samen met Tristan Olij zou voorbereiden op Hawaii na een week moeten onderbreken.”
Terug in Nederland bleek hij een stressfractuur in zijn scheenbeen te hebben. “Mijn eerste gedachte was dat ik Hawaii wel zou kunnen vergeten, maar uiteindelijk heb ik samen met mijn trainer Jordy Meulenberg een traject weten uit te stippelen waardoor het toch mogelijk moest kunnen zijn om mee te doen. Ik heb in totaal vijf weken niet gelopen en heel veel gezwommen en gefietst, zodat het bot op tijd geheeld zou zijn. Ik wilde zo graag meedoen op Hawaii, ik had desnoods kruipend over de finish willen gaan.”
Kruipen was er niet bij in Kona. Integendeel zelfs. Menno kwam als allereerste het water uit, handhaafde zich tijdens het fietsonderdeel in de kop en finishte uiteindelijk als vijfde. “Mijn scheenbeen deed niet pijn, maar mijn benen waren niet meer gewend om hard te lopen, dus begonnen ze al na 8 kilometer te verzuren. Na 10 kilometer dacht ik al aan stoppen, maar ik ben toch doorgegaan. De ene voet voor de andere blijven zetten. Het was mentaal nog zwaarder dan fysiek, ik geloof niet dat ik ooit zo diep ben gegaan. Pas in de laatste twee kilometer, waarin het eigenlijk alleen nog maar een beetje naar beneden gaat, heb ik nog een beetje kunnen genieten.”
Alleen Rob Barel deed het als mannelijke Nederlandse atleet, met twee vierde plaatsen in 1984 en 1990, ooit beter dan hem. “Ik lag op een gegeven moment derde in de wedstrijd en dan hoor je de helikopter boven je en is er een camera die je volgt en dan voel je wel dat je iets bijzonders aan het doen bent. Dat was echt geweldig om mee te maken. Als klein jongetje zat ik voor de televisie te kijken en nu hoop ik dat ik met mijn prestatie kinderen kan motiveren om ook aan triathlon te gaan doen.”
Begin dit jaar vertelde Menno in het AD dat hij, als een van de beste triatleten van Nederland, moeite heeft om financieel rond te komen. “Hoewel ik anders had gehoopt, is dat helaas niet veranderd na de vijfde plek op Hawaii. Voor veel sponsoren ben je pas interessant als je heel veel volgers hebt op social media. Ik besteed daar gewoon te weinig tijd aan en ik vind ook dat prestaties belangrijker zouden moeten zijn, maar in dit tijdperk is dat nu eenmaal belangrijk en ik kan daar dus niet omheen. Ik probeer er nu wel meer aandacht aan, maar het kost gewoon veel tijd. Het zou mooi zijn als iemand mij daar als project of voor een kleine vergoeding mee zou kunnen helpen, want ik besteed mijn tijd eerlijk gezegd liever aan trainen.”
Menno is dan ook dankbaar voor de ondersteuning die hij vanuit zijn team Triathlon Inside krijgt. “Dankzij hen kan ik mijn sport als professional blijven beoefenen. Natuurlijk helpt het prijzengeld ook mee, maar dat moet je niet als vast inkomen zien, dat is meer een bonus, want anders heb je een probleem als je geblesseerd bent en niet kunt racen. Gelukkig zijn er nu twee professionele circuits en als je het goed doet, kun je zo wat extra’s verdienen. Dat zijn wel mooie ontwikkelingen.”
Tot en met het nieuwe jaar doet hij het nog even rustig aan, maar dan richt hij zich weer op het nieuwe seizoen. “Wat ik precies ga doen, weet ik nog niet. Ik hoop dat ik een contract krijg bij de PTO T100 series, zodat ik zelf kan kiezen aan welke wedstrijden ik meedoe. Maar als dat niet gebeurt, gaan alle ballen op de Ironman Pro Series. Ik zal dan aan twee hele Ironmans meedoen en drie halve, met als uiteindelijk doel me te kwalificeren voor het WK in Nice. Zoals het er nu naar uitziet zal ik in ieder geval nog twee jaar doorgaan als triatleet. Want als je vijfde kan worden in de Ironman Hawaii, zou je net zo goed een keer kunnen winnen.”
Marcia Jansen
Schrijft voor Transition over een breed scala aan onderwerpen, van gezondheid en training tot triathlon als lifestyle en interviews.
Nog niet
ingeschreven?
De redactie van Transition houdt jou graag op de hoogte van nieuwe artikelen, tips van onze Makers en sneak previews van nieuwe edities van het online magazine.
Deel dit artikel