Lifestyle

Als triatleet voelde Lieuwe Westra geen druk

Lennaert Ruinen

Lennaert fotografeert voornamelijk portretten en reportages. Ook voor de NTB en Transition. En tussendoor zit hij graag op de fiets.


Leestijd: 9 min

Oud-profwielrenner Lieuwe Westra overleed zaterdag op 40-jarige leeftijd plotseling aan hartfalen. De Fries, die de bijnaam Het Beest droeg, kampte tijdens en na zijn wielercarrière met depressies. Hij vertelde er in 2018 openhartig over in Transition Magazine, én over het feit dat hij door triathlon weer plezier in sporten had gekregen. We publiceren zijn verhaal opnieuw, ter herinnering aan een bijzonder sportmens.

 

Lieuwe Westra. Professioneel wielrenner met een jaarinkomen van zeshonderdduizend euro, een tweede huis in Monaco, een sportlijf om u tegen te zeggen, een Friese schone als vriendin en een gevuld palmares. Hij koerst over de hele wereld voor zijn werkgever Astana. Het seizoen begint in Australië en eindigt in Canada. Daartussenin rijdt hij door Oman, Qatar, Frankrijk, België, Spanje, Zwitserland en Italië.

 

 

Foto door: Lennaert Ruinen

Het overkomt mij

Voor de buitenwereld lijkt het een prachtleven, een jongensdroom die werkelijkheid is geworden. Tot op zekere hoogte is dat ook zo. Westra (1982) kampt echter met een zware depressie en hekelt vragen van mensen die vragen hoe dat toch mogelijk is met zo’n leven. “De domste vraag die ik vaak krijg is: ‘Je hebt alles wat je hartje begeert, dan word je toch niet depressief?’ Mensen snappen niet dat ik er niets aan kan doen. Het overkomt mij.”
De Fries, die in de wielerwereld de bijnaam ‘Het Beest’ met trots draagt, wijst verschillende oorzaken aan voor zijn depressie. Westra heeft moeite met de harde wereld van de topsport waarin hij wordt gedwongen op gewicht te blijven, eenzaam leeft in Monaco en een groeiende angst voor valpartijen heeft. Dat laatste is veroorzaakt toen Westra collega Stig Broeckx hard op zijn hoofd zag vallen om daarna in coma te raken.

Ook privé krijgt hij te maken met tegenslagen. Zijn relatie wordt verbroken en verschillende rechtszaken, onder andere met een voormalig zaakwaarnemer, waarmee flinke bedragen zijn gemoeid brengen hem soms tot wanhoop. Aan het eind van 2016 stopt hij abrupt zijn professionele wielerbestaan. Zijn vermogen en de zin in het leven zijn dan al bijna volledig verdampt. “In mijn bed bracht ik soms tachtig procent van de dag door. Soms bleef ik zelfs dagen achter elkaar liggen. Ik had nergens zin in.”

En dan was er nog de eeuwige strijd met het gewicht. Westra, zware bouw voor een wielrenner, wist dat hij onder de 70 kilogram moest wegen om een rol te spelen in het peloton. In 2012 had hij zich maandenlang uitgehongerd om een klimmerspostuur te krijgen. In 2016, zijn laatste profseizoen, moest hij van de dokter antidepressiva slikken.
De antidepressiva bleken redmiddel en doodsteek ineen. Het medicijn bracht rust in zijn hoofd, Westra kende minder diepe dalen. Aan de andere kant maakten de antidepressiva het gevecht met het lichaamsgewicht bijna ondraaglijk. Westra kwam aan door de antidepressiva. Een bijwerking van het medicijn.

“Daarom ben ik twee keer gestopt met de antidepressiva”, zegt Westra. “Ik was van plan prof te blijven, maar dat kon niet met het medicijn door de gewichtstoename. Dat ging een paar dagen goed tot ik volledig crashte en teruggeworpen werd in de depressie. Ook de tweede keer ging het volledig mis. De harde werkelijkheid is dat ik niet kan leven zonder de antidepressiva. Misschien wel nooit meer.”

"De domste vraag die ik vaak krijg is: ‘Je hebt alles wat je hartje begeert, dan word je toch niet depressief?’ Mensen snappen niet dat ik er niets aan kan doen. Het overkomt mij.”

Opkrabbelen

In 2017 kwam Westra terug naar Friesland, dicht bij zijn familie. Zonder contract, zonder doel. Inmiddels had hij een nieuwe liefde gevonden, een Australische, die tijdelijk bij hem in Tijnje kwam wonen. Vanaf dat moment krabbelde Westra een beetje op.
Wat hem nog meer hielp? Triathlon. Sportpsychologen benadrukken dat het heel belangrijk is om als voormalig topsporter nieuwe motivatie te krijgen. Dat kan maatschappelijk zijn, maar zeker ook sportief. Een nieuwe uitdaging kan voor nieuw plezier zorgen. Het trainen wordt een nieuwe voedingsbodem voor een dagelijks ritme. Aan ritme ontbrak het Westra steeds. Wat moest hij met zijn dag? Kenmerkend voor een depressie is het terugtrekkend gedrag van de persoon. Het sociaal inactief zijn zorgt voor kluizenaarsgedrag. Door de triathlon en Ingrid, zijn Australische liefje, werd dit patroon doorbroken.

Westra heeft veel aan Ingrid te danken. “Ik weet niet of ik er zonder haar nog was geweest. Het was zo intens donker in mijn leven. Door haar kreeg ik weer een klein beetje energie. Ingrid deed in Australië al triathlons en bracht mij in aanraking met de sport. Naast het fietsen, begon ik ook met hardlopen en zwemmen.” Volledig in samenspraak met de theorie van sportpsychologen stelde Westra geen hoge doelen. Hij schreef zich in voor de korte triathlons van Groningen en Stiens. Gewoon finishen en lol hebben onderweg, meer was niet nodig voor een leuke sportdag met Ingrid aan zijn zijde. Westra finishte beide keren zonder een rol van betekenis te hebben gehad in de wedstrijd, met de gehanteerde schoolslag in het water was zijn achterstand al immens. In Groningen koos Westra voor de achtste triathlon. In de achterhoede uit het water, de derde fietstijd noteren in de hitte hardlopen eindigend op plek 18. Eindtijd: 1.10.46. “Het was net zo zwaar als een bergrit in de Tour de France”, riep Westra na de finish. Zijn hoofd was verbrand door de zon, zijn lijf bedekt met een deken van zweet.

Zijn eerste triathlon had Westra weer een beetje vertrouwen in zichzelf gegeven. Hij worstelde al maanden met de vraag: ‘Wie ben ik naast de wielrenner? Wat ben ik naast de wielrenner?’ In gesprekken gaf Westra aan dat hij moeite had met overpeinzingen over zijn toekomst. “Voor mijn wielercarrière werkte ik als stratenmaker. Meer dan veertig uur per week zat ik op mijn knieën. Hard werken, de hele dag doorbeuken en zo nu en pauze voor een sigaret. Daarna ben ik alleen maar wielrenner geweest. Wat kan ik nog? Wat moet ik doen? Ik ben geen wielrenner meer en kan dus straatstenen leggen, maar dat ritme houd ik niet meer vol. Mijn lichaam is behoorlijk vernield. Ik weet gewoon niet hoe ik de komende jaren mijn geld moet verdienen.”

Archief Lieuwe Westra

Een nieuwe uitdaging kan voor nieuw plezier zorgen. Het trainen wordt een nieuwe voedingsbodem voor een dagelijks ritme. Aan ritme ontbrak het Westra steeds. Wat moest hij met zijn dag?

Sporten zonder druk

De triathlon gaf een antwoord op een klein deel van die vragen. Sport bracht hem voldoening zolang de prestatiedruk maar achterwege bleef. In de bewoordingen van Westra: “Wielrennen is het mooiste wat er is, als ik maar geen rugnummer hoef op te spelden.” Bij triathlons voelde Westra geen druk. Deze sport was een ontdekkingstocht zonder verwachtingspatroon. Toch stond hij twee weken na de wedstrijd in Groningen beter voorbereid aan de start van de olympische afstand in Stiens. Een sponsor had hem aan een tijdritfiets geholpen. Dat resulteerde meteen in de beste fietstijd. Ook in het zwemmen en hardlopen maakte hij progressie. Met de vijftigste plek sloot hij de dag wederom af met een glimlach. Dankzij de triathlon.

“Wielrennen is het mooiste wat er is, als ik maar geen rugnummer hoef op te spelden.” Triathlon was voor Westra een ontdekkingstocht zonder verwachtingspatroon.

Het Beest

Ik ben Het Beest. Zo noemen ze mij in het peloton. Het Beest dat geen mededogen kent tijdens trainingen. Het Beest dat ploeggenoten sloopt bij een koffierit. Het Beest dat in de winter dagelijks onafgebroken zes à zeven uur ruim boven de 35 kilometer per uur trapt, zonder onderbreking. Het Beest dat een rijk gevulde erelijst bij elkaar heeft gefietst. Het Beest dat nog altijd wordt geroemd om zijn sublieme knechtenrol bij de Touroverwinning van Vincenzo Nibali.
Alleen: dat Beest bestaat niet meer. Ik besta niet meer. Er is niets meer van mij over. Ik ben in korte tijd een hoopje ellende geworden. Een klein zielig beestje, opgesloten in een appartement in Monaco. Niemand kan mij helpen. De mensen van mijn team kijken amper naar mij om. Teamgenoten net zo. Ik ben eenzaam.
Als ik uit mijn raam kijk, zie ik niets van waar Monaco om bekendstaat. Niet het strand, de haven of de boulevard. Aan de ene kant zie ik de muren van appartementencomplexen naast het mijne en aan de andere kant zie ik de klim die deel uitmaakt van de proloog van de Tour de France van 2009. Ik word er niet blijmoedig van.
Veel mensen uit het wielrennen hebben me geadviseerd deze stap te maken. Een appartement in Monaco, een beter klimaat, daar word je pas echt een goede prof. Die goede oude Hilaire van der Schueren fluisterde het al bij Vacansoleil in mijn oor. Hij heeft altijd de beste bedoelingen met mij gehad.
Ik ben doodongelukkig in Monaco. Het appartement kost me 1500 euro per maand. Voor iemand met mijn salaris is dat een habbekrats. In eerste instantie was ik tevreden over mijn verhuizing, door Astana voor mij geregeld. Ik trainde hard, werd een betere wielrenner. Na twee jaar komen de muren op me af. In het huurcontract staat dat ik de beschikking heb over een appartement, maar meer dan een studio is het niet. Het is 24 vierkante meter klein. Het bed, de keuken, de bank, een bureau, het staat allemaal in dezelfde ruimte. De slaapkamer van mijn andere huis, in het Friese Tijnje, is nog groter dan dit.
Op mijn telefoon zie ik dat het drie uur in de middag is. Ik lig nog steeds in bed. Heb ik eigenlijk wel geslapen vannacht? Ik weet het niet. Op nog geen twee meter staat mijn racefiets. Brandschoon. Ik durf er niet naar te kijken, laat staan aanraken. Het liefst draai ik me op de zij, zodat mijn rug naar de fiets is gekeerd. Van trainen komt vandaag niets terecht. Net als gisteren, de dag daarvoor, de dag daarvoor, de dag daarvoor en de dag daarvoor. Ik slaap verschrikkelijk slecht en kan het wielrennen niet opbrengen. Ik ben zo somber dat ik zelfs mijn grootste passie niet wil uitoefenen.
Vijf dagen ben ik niet uit bed geweest nu. Vijf dagen heb ik geen mens gezien. Het leven om mij heen gaat door – ik blijf stil liggen. Ik zoek steeds excuses om niet naar buiten te hoeven gaan. Eten laat ik hier komen. Als de bezorger oogcontact zoekt, kijk ik naar de grond. Afspraken zeg ik af.
Een week geleden stapte ik voor het laatst op mijn racefiets. Een uurtje omhoog en een halfuur dalend weer naar huis, naar dit donkere hol. Ik ben geen schim van de Lieuwe van 2012. Anderhalf uur trainen als profrenner. Het is eigenlijk schandalig.
Deze depressie is niet nieuw voor mij. Wat niemand weet, is dat ik al een jaar rondloop met het idee om te stoppen. Als ik er doorheen zit, bel ik mijn moeder in Friesland. Ze zegt dat ik dan niet zo stom moet zijn. Dat ik mijn dikke contract met Astana niet zomaar kan weggooien.
Ik zie geen andere uitweg. Als Het Beest heb ik veel strijd geleverd. Nu heb ik antidepressiva nodig om überhaupt te kunnen vechten. Ik strijd tegen een ongrijpbaar beest, het beest dat in mijn hoofd is gekropen. Ik heb alles geprobeerd om het gevecht te winnen. Maar ik ga opgeven. Ik kan niet meer.

Dit is een fragment uit ‘Het Beest: Het wielerleven van Lieuwe Westra’, geschreven door Thomas Sijtsma, dat in 2018 verscheen. Heb jij last van depressies en worstel je met suïcidegedachten?Je kunt voor hulp 24 uur per dag terecht bij 113.nl.


 

Dit artikel komt uit Transition Magazine #15

Deel dit artikel


Lennaert Ruinen

Lennaert fotografeert voornamelijk portretten en reportages. Ook voor de NTB en Transition. En tussendoor zit hij graag op de fiets.

Nog niet
ingeschreven?

De redactie van Transition houdt jou graag op de hoogte van nieuwe artikelen, tips van onze Makers en sneak previews van nieuwe edities van het online magazine.